Ze zijn er weer: de kroossnuittorretjes, wolfspoten, slofhakken, motmugjes en spoorcicaden. Ze staan in de vijf delen van de ecologische flora, die met een pracht en praal van sublieme gedetailleerde kleurenaquarellen en foto’s de wilde planten en insecten van ons land laten zien. Informatieve, wetenschappelijk verantwoorde beschrijvingen vertellen over de planten en de relaties die ze hebben met andere planten, met insecten en hun natuurlijke omgeving. Van abutilon tot zostera en van honingbij tot kroossnuittorretje. Als naslagwerk met zijn korte, duidelijke beschrijvingen van plantenbiotopen is de Nederlandse oecologische flora onovertroffen.

De boeken zijn rijkelijk en kleurrijk ge?llustreerd. De prachtige vaak paginagrote gedetailleerde natuurgetrouwe aquarellen van Rein Westra en zijn zoon Taco Westra blijven een lust voor het oog. De briljante tekeningen alleen al zouden een reden zijn de boeken aan te schaffen en te koesteren als een uniek werk van botanische illustratiekunst. De fraaie foto’s van Chiel Westra tonen bovendien in ??n oogopslag het voorkomen en de omgeving van de plant. E.J. Weeda verzorgde de teksten. Een hoogstaand staaltje van ambachtelijke en wetenschappelijke samenwerking, die ??n van de mooiste en informatiefste plantenboeken voor een breed publiek in ons land heeft voortgebracht. Wel even iets dieper in de beurs tasten dan gewoonlijk in de boekenzaak, maar dan heb je ook wat, en voor het hele leven.

Een plant lijkt een eigen leven te leiden, maar is allesbehalve een op zichzelf staand wezen. Ze leeft zelfs vaak bij de gratie van of andere planten of insecten en in het bijzonder van de grondsoort en het klimaat. De tekstauteur drs. E.J. Weeda geeft beschrijvingen van hoe de plant eruit ziet, met wie ze verwant is, waar ze het liefste groeit. Maar bovenal welke insecten haar bezoeken, bestuiven en helpen groeien en overleven.


Deel 1 van de flora behandelt de wolfsklauwgewassen, paardestaarten (ja, ook een plant), varens, naaldbomen, bloemplanten en tweezaadlobbigen.
In deel 2 krijgt de lezer onder meer voorgeschoteld: kruisbloemen, vlinderbloemen, wijnstokfamilie, kaasjeskruid, viooltjes, vederkruidfamilie, klimop en schermbloemen. Bij openslaan van dit deel pronkt de prachtige viltroos je tegemoet, paginagroot in kleur geaquarelleerd. Even wachten met verder bladeren.
In het 3e deel met op de inhoudspagina de prachtig geschilderde rups van en de ijsvogelvlinder zelf maakt de lezer kennis met de families klaverzuring, kaardebol, zijdeplanten, sterrekroos, olijf, nachtschade, gentiaan, blaasjeskruid en watergentiaan. Zoek in dit deel het Glidkruidhaantje en je bent ervan overtuigd, dat het uit esthetisch oogpunt interessanter is om hem dan ‘zijn’ gastplant, het glidkruid, te zoeken.
Deel 4 beschrijft de klokjesfamilie, composieten, waterweegbreefamilie en de plantenfamilies zwanenbloem, waterkaarde, scheuchzeria (wat een tongbrekende naam), zoutgras, fonteinkruid, nimfkruid en lelie. De fraaie foto van groot zeegras langs de Oosterschelde toont hoe ‘buitenlands’ buitennissig onze plantengroei en landschap kunnen zijn.
Het grootste stuk van het 5e deel verheft de grassenfamilie in de adelstand. Alleen al de hoeveelheid familieleden is verbazend, maar ook hun schoonheid wekt grote bewondering. Ze krijgen in dit floradeel gezelschap van de families lis, rus, narcis, aronskelk, eendekroos, lisdodde, cypergras en orchidee.
Registers per deel geven snelle toegang tot gezochte planten of dieren.

Uit de samenwerking tussen wetenschappers en kunstenaars is 20 jaar geleden een voor Nederland ongekend project op natuurgebied gegroeid, dat nog steeds zijn waarde bezit.
De vijf delen in cassette + extra notitiemap, zijn een herdruk van de ecologische flora, die in het tijdsbestek van 9 jaar tussen 1985 en 1994 is verschenen.

Het is een verbluffend prachtige plantenencyclopedie, die overloopt van interessante wetenswaardigheden en subtiele kunstwerkjes. Lees en bekijk elke dag ??n plant en je hebt weer een aanleiding snel de nog overgebleven plekjes van Nederland te zoeken, waar al dat fraais nog staat, kruipt en fladdert.

Laurens