De prikklok bij het kattenluik
Working Cats. Terry Deroy Gruber. (uitg. J.B.Lippincott Company, 175 p. 90 foto’s) 
Koen onafscheidelijk van zijn instructieboek
Koen is niet alleen een lezende poes, ook een werkende kat (parttime). Bij elke stap die wij doen vergezelt hij ons, oplettend om zich heen kijkend of er voor de baasjes geen gevaar dreigt. Een minibodyguard. Past precies in deze tijd. Het liefst loopt hij achterop, voor ons de veiligste plek. Zijn wij beiden naar Het Werk dan bewaakt Koen Het Huis. Als een schildwachtje zit hij voor de garagedeur en niets ontloopt zijn blik, vooral de vogels houdt hij stevig in de gaten, want die zouden eens pardoes naar binnen kunnen vliegen. Koentje is dapper en onverschrokken en werkt als een paardje (pony). Koen heeft wel 20 baantjes (halftime): tuinier, glazenwasser, spinnenopruimer, bakjeslikker, parkeerwacht, kussenpletter, lapjesschudder, muizenjager, vensterbankvorser, vloerkleedje, bomeninspecteur, bibliothecatis. Zijn grote voorbeelden: Tiger, Lionelle, Frosty, Daisy, Norman en Cee. Ontdekt door Terry Deroy Grubber in New York.

Het geluid van het openen van de tuindeur, een schep of snoeischaar lanceert Koen naar buiten. Hij spit en graaft van hartelust mee. Bovendien houdt hij goed de groei van onze Malus in de gaten. Hij kringelt zich als een boa op de aarde rond de boom. Regelmatig verwarren we zijn gesnor met het hoorbare groeien van ons appeltjesboompje.

Koentje in opleiding
Hoe komt Koen opeens zo ijverig? Een onbedoeld effect van het onverstandig in huis laten rondslingeren van ‘Working cats’, een onweerstaanbaar boek met ongekend verrassende en niet genoeg te prijzen paginagrote zwartwitfoto’s van werkende katten. Als een snoek op een voorntje dook Koen met z’n snorharen en snuit tussen de pagina’s. Uren kan hij zitten turen naar de straatfoto’s van zijn soortgenoten. Geen glitter en glamour, maar gein en geluk. Wat een beesten, fantastische natuurlijke poses in een hun eigen omgeving, waar niets en niemand hen durft deren, zo onaantastbaar en dapper kijken ze over hun snorharen. Voor de eeuwigheid hun bestemming gevonden.

Koen vond dat hij dat ook moest kunnen. In zijn jeugd had hij al leren parmantig waakzaam te zitten. Zonder pleinvrees op de parketvlakte. Nu bekeek aandachtig zijn rolmodellen in 'Working Cats'. En bedacht hij zijn eigen klusjes. In eerste aanleg waren wij trots op zo’n initiatiefrijke kat, maar naarmate hij teveel dezelfde werkzaamheden op z’n nekje haalde, vreesden wij voor RSI. beugel.

John-John in de botanische tuin
Wekenlang hebben wij zitten broeden op een oplossing, want Koentje is een eigengereide, zo niet eigenwijze, kater met een gemakkelijke gebruiksaanwijzing, maar wel met onverwachte nukken en bokkensprongen. Voor onze harige workaholic gingen we uiteindelijk naar het winkelcentrumpje in ons dorp, alwaar een zaak gespecialiseerd is in beesten, genaamd Dier&Vriend. Dat vinden wij een goed gekozen zakennaam en dito bord op de gevel, want ze verkopen vogelkooien, mierendoodpoeder, spuitbusjes tegen poezen, vliegenmeppers, mollenklemmen en hondenkettingen. Daar moesten we wat vinden. Voor ? 14,95 (er zijn ook duurdere, meer voor Abessijnen en Siamezen) schaften wij ons een kattenprikklok aan. D? oplossing voor Koen’s werkdruk. Het zit onzichtbaar voor hem aan de zijkant van z’n luikje geschroefd.

Om Koen’s nekje hangt een chipkaartje dat zijn aan- en afwezigheid registreert bij het altijd hoorbare klepperende passeren van zijn luikje in de garagedeur. Het gekuier -en geklauter natuurlijk- van Koen eindigt altijd in een genoegzaam snorrend luieren met een boekje in zijn hoekje van de bank. Dat gedrag willen wij nu bevorderen met het remmen van zijn werklust. Arbeiden, daar zijn poezen niet voor. Luieren en spelen tot hun 65ste is ons devies.
Het ziet er politiek sterk uit, dat geen levend wezen in ons land zal ontkomen aan werken tot de dood erop volgt. Maar wij zullen Koen redden van dit vreselijke lot. En daarmee ook onszelf.

Laurens
30 november 2004