Babylon tegen Disneyland
De sirenen van Bagdad. Yasmina Khadra (uitg. Atlas, 271pag.) 
Yasmina Khadra heeft zijn trilogie met het thema moslimfundamentalisme op overdonderende manier afgerond in De sirenen van Bagdad. Daarin heeft hij actualiteit en engagement verpakt in een onstuitbaar voortrollend verhaal vol schokkende gebeurtenissen, gewelddadigheden en met emotioneel en moreel aftakelende personages. Evenals in zijn twee vorige romans -De zwaluwen van Kabul en Aanslag- tekent de Algerijnse schrijver de achtergrond, denkwijzes en handelingen van moslimradicalisme. In De Sirenen van Bagdad is het een -naamloze- asdolescent. Een jongeman, die werkloos rondhangt in een afgelegen dorp in de Iraakse woestijn, die in ik-stijl zijn wederwaardigheden vertelt. Schoffering door optreden van Amerikaanse soldaten, die sinds 2003 zijn land bezetten, besluit hij zijn leven te willen offeren voor de heilige oorlog tegen het Westen.

Er wordt een kleurrijk en prachtig tableau geschilderd van de mensen, hun karakters en het sociale dorpsleven, waartussen de hoofdpersoon zich aanvankelijk omzichtig en afzijdig beweegt. Het vreedzame en rustige bestaan -zelfs ongestoord nadat de Amerikanen Irak binnenvallen- gaat echter opeens compleet aan stukken. Meedogenloos optreden van Amerikaanse en Iraakse soldaten bij een controlepost kost een geestelijk gehandicapte jongen uit het dorp het leven. Het is de eerste lucifer aan de lont, die stilletjes sluimert in de hoofdpersoon. Twee andere gewelddadige optredens van de bezetter steken hem helemaal aan en wekken zijn woede en wraakgevoel. Hij verlaat het dorp en reist naar Bagdad. Berooid en beroofd vindt hij daar onderdak bij een neef, die in het 'verzet' zit.

Khadra laat zijn hoofdpersoon kennismaken van de voortdenderende orgie van moord, doodslag, corruptie. bomaanslagen en onbarmhartig radicalisme. Zijn wens om zelf in actie te komen wordt na lang wachten en op de proef stellen beloond als hij wordt uitgekozen voor de ultieme zelfmoordmissie, die een eind moet maken aan de hele Westerse wereld. In het Jordaanse Beiroet wordt hij daarop voorbereid.

Khadra gunt de lezer nauwelijks de tijd om bij te komen van de ene schokkende gebeurtenis na de andere. Hij weet in een filmische stijl vol fraaie beeldspraak een voorstelling te geven van een samenleving waarin schoonheid én geweld gemakkelijk naast elkaar lijken te bestaan. Het Babylon (het huidige Bagdad) als bakermat van de beschaving spuwt nu vuur over een groot deel van de wereld. Wat daar gebeurt drijft landgenoten uit elkaar, geeft voeding aan wraakzucht en zaait haat tegen het 'arrogante' optreden van de westerse wereld, is het thema van deze roman.

De auteur overtuigt met zijn uiterst realistisch verhaal, waarin hij ook de nuance schept van de grote groep Arabieren die zich afzijdig houdt en het gewone dagelijkse leven blijft leiden zonder uit te zijn op geweld of wraak. Khadra verbeeldt deze groep in een dorpsgenoot van de hoofdpersoon, die ondanks veel persoonlijk leed en ongeluk in zijn leven luit blijft spelen.

De sirenen van Bagdad is een van de beste romans over het failliet van de moraal èn de ratio. Het is een dapper boek, verstaanbaar, begrijpelijk, invoelbaar -en ook nog uiterst spannend- voor wie interesse heeft in mensen van vlees en bloed in de maalstroom van de -recente- geschiedenis. Khadra heeft bovendien in het boek in een dialoog tussen twee intellectulen op vernuftige wijze gestalte gegeven aan de manier waarop intellectuelen langs elkaar heen kunnen praten. Maar elkaar toch verstaan en tegelijkertijd voor een buitenstaander een begrijpelijke redenering ten beste geven. De sirenen van Bagdad maakt de ondoorgrondelijke chaos van oorlog sterk invoelbaar, zowel in de samenleving als bij individuen.

2 april 2008