De taal laat het gevoel in de steek.
De taal van het gevoel. Arko Oderwald, Frans Meulenberg en Willem van Tilburg. (uitg. Atlas, 352 p.)
Kunnen schrijvers meer inzicht geven in de complexe zielenroerselen of verborgen psychische afwijkingen van de mens dan medische handboeken of proefschriften van psychiaters? Ja, is het volmondige antwoord na lezing van De taal van het gevoel. Daarin geeft een keur van ruim 20 psychiaters, psychologen en andere deskundigen haar oordeel over literatuur als voorbeeld voor ziektegeschiedenissen, gevalsstudies of onontdekte impulsen van ander dan aanvaard standaard gedrag. De ongebruikelijk en verrassende thematiek van dit boek maakt het tot een uitnodigende bundel. De essays zijn boeiend door de uiteenlopende onderwerpen die ze beschrijven (Jekyll en Hyde, maar ook Kuifje bijvoorbeeld) , doordacht in hun visies en helder van stijl zonder te vervallen in simplisme. De taal van het gevoel zit in literatuur en (auto)biografie?n meer tussen dan in de regels. Het is meer het onzegbare en onuitgesprokene dan alle beschikbare woorden op een rij gezet, is de conclusie. Voor veel stemmingen en stoornissen schieten taal ?n literatuur gewoon tekort.
Het klassieke boek The strange case of Dr. Jekyll and Mr. Hyde van Robert Louis Stevenson, met de meeste voer voor psychiaters, kon in een bundel als deze natuurlijk niet ontbreken. Een typisch geval van een meervoudig persoonlijkheidssyndroom, veelal veroorzaakt door een trauma, maar dat wist Stevenson toen nog niet.
De dubieuze rol van de psychiatrie bij soldaten met shellshock in de Eerste Wereldoorlog wordt mooi beschreven aan de hand van de Weg der geesten-trilogie van Pat Barker.. Daarin speelt de dichter/schrijver en anti-oorlogsactivist, Siegfried Sassoon, een cruciale rol. In de bundel komen verder aan bod Louis Lambert van Balzac, een van de eerste romans met schizofrenie als thema. Het sprookje van Repelsteeltje wordt psychisch geduid, evenals Shakespeare's Hamlet.
Een beschouwing over George Orwell's 1984 brengt de lezer bij het dilemma hoe te rechtvaardigen dat de individuele vrijheid een 'patient' wordt afgenomen omwille van de bescherming van de samenleving. Enkele essayisten -professionals- biechten in de bundel openhartig op hoe een roman hun zienswijze op bepaald gedrag of stoornissen bij hun patiënten heeft veranderd of beïnvloed. Interessant zijn de visies van de essayisten op boeken waarin mensen psychopathologische verschijnselen vertonen en er veelal aan ten onder gaan: Gewassen vlees van Thomas Roosenboom, de boeken van Julian Barnes (o.a.Trioloog, Liefde enz.), Van Dis' Familieziek, Het einde van het spel van Graham Greene, Simon Vestdijk's De held van Temesa en De Hongerkunstenaar van Franz Kafka. Ofwel, gevallen van anorexia, Oedipuscomplex en jaloezie.
Onmogelijke opgave
Autobiografische schrijfsels komen ook aan bod, zoals van -bekende- auteurs over hun (manische) depressie(s): Geerten Meijsing met Tussen mes en keel, Rogi Wieg met Kameraad Scheermes (zie de overeenkomsten in de titel), William Styron met Zichtbare duisternis en de briljante Sylvia Plath, die zelfmoord pleegde. In de bundel paraderen ook nog Kuifje, de wijze stripheld Charlie Brown en de Duitse dichter H?lderlin voorbij.
Zowaar zowel een keur aan essayisten, professionals in het psychiatrische vak, als een ruime keuze aan onderwerpen in deze rijke bundel beschouwingen over een origineel fenomeen: literatuur en psychiatrie. Een boek dat enige klaarheid schept in de vraag hoe het onbenoembare en onnoembare te vatten in taal. Maar het laat er geen misverstand over bestaan wat een bijna onmogelijke opgave dat is, zoals zelfs taalkunstenaar Geerten Meijsing toegeeft in zijn roman over zijn manische helletocht: 'Het was niet onder woorden te brengen wat ik leed.'
Een onmacht die overwegend leidt tot onbegrip en mensen met psychische klachten veelal verder isoleert in hun onzegbare wereld. De taal van het gevoel kan een leidraad zijn om te zien hoe via de omweg van de literatuur onbegrepen gedragsimpulsen en psychisch lijden een beetje beter begrepen en blootgelegd kunnen worden. In elk geval is het een boeiend boek met een oorpsronkelijk thema.
Het klassieke boek The strange case of Dr. Jekyll and Mr. Hyde van Robert Louis Stevenson, met de meeste voer voor psychiaters, kon in een bundel als deze natuurlijk niet ontbreken. Een typisch geval van een meervoudig persoonlijkheidssyndroom, veelal veroorzaakt door een trauma, maar dat wist Stevenson toen nog niet.
De dubieuze rol van de psychiatrie bij soldaten met shellshock in de Eerste Wereldoorlog wordt mooi beschreven aan de hand van de Weg der geesten-trilogie van Pat Barker.. Daarin speelt de dichter/schrijver en anti-oorlogsactivist, Siegfried Sassoon, een cruciale rol. In de bundel komen verder aan bod Louis Lambert van Balzac, een van de eerste romans met schizofrenie als thema. Het sprookje van Repelsteeltje wordt psychisch geduid, evenals Shakespeare's Hamlet.
Een beschouwing over George Orwell's 1984 brengt de lezer bij het dilemma hoe te rechtvaardigen dat de individuele vrijheid een 'patient' wordt afgenomen omwille van de bescherming van de samenleving. Enkele essayisten -professionals- biechten in de bundel openhartig op hoe een roman hun zienswijze op bepaald gedrag of stoornissen bij hun patiënten heeft veranderd of beïnvloed. Interessant zijn de visies van de essayisten op boeken waarin mensen psychopathologische verschijnselen vertonen en er veelal aan ten onder gaan: Gewassen vlees van Thomas Roosenboom, de boeken van Julian Barnes (o.a.Trioloog, Liefde enz.), Van Dis' Familieziek, Het einde van het spel van Graham Greene, Simon Vestdijk's De held van Temesa en De Hongerkunstenaar van Franz Kafka. Ofwel, gevallen van anorexia, Oedipuscomplex en jaloezie.
Onmogelijke opgave
Autobiografische schrijfsels komen ook aan bod, zoals van -bekende- auteurs over hun (manische) depressie(s): Geerten Meijsing met Tussen mes en keel, Rogi Wieg met Kameraad Scheermes (zie de overeenkomsten in de titel), William Styron met Zichtbare duisternis en de briljante Sylvia Plath, die zelfmoord pleegde. In de bundel paraderen ook nog Kuifje, de wijze stripheld Charlie Brown en de Duitse dichter H?lderlin voorbij.
Zowaar zowel een keur aan essayisten, professionals in het psychiatrische vak, als een ruime keuze aan onderwerpen in deze rijke bundel beschouwingen over een origineel fenomeen: literatuur en psychiatrie. Een boek dat enige klaarheid schept in de vraag hoe het onbenoembare en onnoembare te vatten in taal. Maar het laat er geen misverstand over bestaan wat een bijna onmogelijke opgave dat is, zoals zelfs taalkunstenaar Geerten Meijsing toegeeft in zijn roman over zijn manische helletocht: 'Het was niet onder woorden te brengen wat ik leed.'
Een onmacht die overwegend leidt tot onbegrip en mensen met psychische klachten veelal verder isoleert in hun onzegbare wereld. De taal van het gevoel kan een leidraad zijn om te zien hoe via de omweg van de literatuur onbegrepen gedragsimpulsen en psychisch lijden een beetje beter begrepen en blootgelegd kunnen worden. In elk geval is het een boeiend boek met een oorpsronkelijk thema.
11 februari 2004