Meedogenloze afrekening met de macht van de man
De pianiste. Elfriede Jelinek. (uitg. Van Gennep, 296.p) 
Scherp als een scheermes is de taal waarmee Elfriede Jelinek het gespleten leven van pianiste Erika Kohut in haar roman 'De pianiste' ontleedt. En passant schraapt ze de laklaag van het gekunstelde leven van de jaren ’60 -’70 van de Oostenrijkse burgerij.
Kohut, mislukt in een beoogde carri?re als concertpianiste, geeft les aan het conservatorium in haar woonplaats Wenen. Ze woont samen met haar moeder. Frau Kohut houdt haar dochter gevangen als een insect in barnsteen, zoals Jelinek deze toestand typeert in een van de veel doeltreffende metaforen die bijna in elke zin opduiken. Overal waar Erika Kohut ook maar een voet verzet, zit haar moeder haar op de hielen. Een tirannieke kloek die van huis uit haar dochter's leven bestuurt en haar geen eigen wil en handelen toestaat. Ze leven in een haat-liefde verhouding, waarbij de haat zich feller manifesteert dan de liefde, waarbij lichamelijk geweld niet wordt geschuwd. Maar Frau Kohut weet niet alles wat dochter Erika, in de zeldzaam onbewaakte ogenblikken buitenshuis, uitspookt noch wat zij diep in haar hart voelt, wenst en verafschuwt.
Het proza van Jelinek grijpt de lezer bij de lurven, zoals Frau Kohut elke seconde haar dochter in de houdgreep neemt. De zinnen van Jelinek rijgen zich in beeldspraak aaneen, venijnig, sarcastisch en staccato. Meedogenloos over de samenleving en de rol van de man is Jelinek in deze diep-psychologische onorthodoxe roman over het hevige verlangen van de vrouw naar liefde.

Pianiste Erika Kohut bezoekt stiekem peepshows, pornobioscopen en bespiedt vrijende paartjes in het park. Haar drang naar seksuele beleving en vooral de ondergeschikte rol van de vrouw hierbij fascineert haar. Thuisgekomen vervalt ze weer in de rol van gevangene en haar burgerlijke bestaan. De controle die haar moeder op haar uitoefent, reageert Erika Kohut zelf af op haar leerlingen. Ze bespiedt hen in hun vrije tijd en beschuldigt ze van losbandigheid in plaats van muziek te studeren.

Als een oudere leerling van haar avances maakt verlangt ze hevig naar zijn liefde, maar stoot hem af door haar hooghartigheid. Leerling Walter Klemmer heeft echter zijn zinnen op haar gezet en overvalt haar in zijn seksuele drang op het toilet van de school. Daar speelt ze een spel met hem dat hem hevig vernedert. Zij laat hem in een brief weten wat zij werkelijk van hem verwacht: overheersing en vernedering. Ze verlangt sadomasochisme met hem als beveler.

Klemmer voelt hier niets voor en wijst haar af om haar in zijn ogen zieke geest. Als hij een tweede maal seksuele vernedering ondergaat neemt hij gewelddadig wraak op haar in haar eigen huis, waar nog nooit een buitenstaander, laat staan een indringer, ooit toegang heeft gehad. Met een mes in haar tas zoekt Erika nadien de school op, waar hij studeert. Niet hem, maar zichzelf verwondt ze uiteindelijk om terug te keren naar huis, haar gevangenis.

In lenig, virtuoos proza schetst Jelinek het dwangmatige leven van Erika Kohut. In haar welluidende, metaforische en doorwalsende taal gunt ze de lezer geen pagina, geen zin rust. Alles wat gebeurt vertelt de schrijfster met een sarcastische ondertoon, soms aanleunend tegen de wat lichtere ironie, zonder dat het verhaal slapstick wordt. Daarvoor neemt ze haar romanpersoon en haar thema te serieus.

Het geweld dat Frau Kohut haar dochter Erika aandoet is als een tweede ik in haar gedrongen. Niet slechts onderhuids, maar in heel haar wezen, haar gedachten en bestaan. Ze wil gewoon vernederd worden. In de relatie met leerling Klemmer zoekt ze de ultieme gehoorzaamheid, iets waar ze in haar bestaan noch psychisch noch lichamelijk aan kan ontkomen.

Maar Erika draait in haar lust de rollen om. Niet hij mag haar bezitten, maar zij hem, op haar voorwaarden en niet zoals hij van haar verwacht. Hij mag haar vernederen, zodat zij macht over hem krijgt in plaats van andersom. Zij heeft haar les blijkbaar geleerd in de bezoeken aan de peepshows en pornobioscopen. Maar Klemmer laat het fysiek afweten als zij hem eindelijk de kans geeft met haar te vrijen.
Jelinek schildert Klemmer af als een vrouwenjager en snoever, die zijn trekken thuis krijgt door Erika slechts te zien als lustobject en zelfs niet in staat is daar aan tegemoet te komen als zij zich als zodanig aanbiedt, in totale onderwerping.

De vernedering die ze aanvankelijk zoekt blijkt het verlangen te zijn naar ultieme liefde, haar onthouden door haar moeder, die vindt dat ze als moeder altijd moeder blijft en haar kind Erika in haar ogen dus altijd kind blijft en zo moet worden behandeld. Uiteindelijk kiest Erika weer het lijden boven de liefde, die voor haar onbereikbaar blijkt.

'De pianiste' is een overrompelend boek, vol psychologische lagen. Het boek is te lezen als een allegorie over de emancipatie van de vrouw, die verlangt naar geld, seks en mode. Erika's eigen verdiende geld moet van haar moeder worden gespaard voor later. Seks, zoals zij dat wil, blijkt onbereikbaar en nieuwe kleding die ze koopt mag ze van haar moeder niet dragen en wordt opgesloten in een kast.
Zelfs haar individueel bevochten vrijheid een relatie aan te gaan verliest ze door de onwil van de man, die ze ontmoet. Ondanks haar uitbraak op zoek naar de vrijheid blijft ze geknecht, mishandeld en geminacht. Ze heeft het verloren van de macht van de man en de eeuwige gevangenschap van haar opvoeding.
Jelinek heeft een meesterwerk geschreven over het lot van een vrouw en de smoezelige kanten van de Oostenrijkse samenleving. Een meesterwerk waarvan de kracht schuilt in zowel de overdrijving van haar stijl als in de briljante uitwerking van haar thema.


Elfriede Jelinek kreeg de Nobelprijs voor Literatuur 2004.
10 oktober 2004
afschuwelijk en beeldschoon boek
door ans luiken, 9 maart 2006, 21:49
De oversekste auteur had in plaats van dit boek ook een kliniek kunnen zoeken.
door binarylifeform, 20 augustus 2011, 10:53