Elke kilometer vreet ze 10 kilo kolen. Ze rijdt maximaal 30 km per uur. Ze weegt 176 ton en is 24 meter lang. Ooit haalde ze het record van 130 km per uur; een TGV avant-la-lettre. Ze is 95 jaar oud.
Ze was eigendom van de SNCF, de Franse spoorwegen: stoomloc 231 K8, gebouwd in 1912.
Nu trekt deze mastodont een museumtreintje door het dal van de Trieux aan de noordkust van het Franse Bretagne. Van havenplaatsje Paimpol tot de minicitadel Portrieux.
Heen en terug 4 uur. Stapvoets over de brug die de baai van Lédano overspant. Een brug van niemand minder dan Gustav Eiffel. Gepassioneerd stoomtreinliefhebber en al tientallen jaren conducteur, maakte Daniel Le Danvic vier jaar lang foto’s van het leven rond deze trein. In zwart-wit, dat zo perfect past bij het verbeelden van vroeger leven.
Mannen draaien aan hendels, turen naar wijzers en klokjes en houden de ketel op stoom. Terug op thuisstation Paimpol wordt er gebunkerd, gesmeerd, geolied, gewreven, gepoetst, gesleuteld.
Zijn foto’s zijn vooral ontroerende portretten van de mensen, die deze stoommachine besturen en onderhouden, maar ook van het plezier dat passagiers aan hun treinreis beleven. En natuurlijk de techniek in al haar schoonheid.
Le Danvic heeft met zijn onnavolgbare foto’s dit toneel van verloren tijd tot leven weten te wekken. Proust met camera. Het bijzondere van dit boek is, dat je onweerstaanbaar de beelden wordt ingezogen. Terug in een tijd, die nu nog voortbestaat.
La Vapeur du Trieux is een beeldreis, zo suggestief, alsof je hem in werkelijkheid maakt. Het zien van deze foto’s is zelf bij de machinist op de bok zitten, helpen kolen laden, meekijken naar mankementen bij het onderhoud, de rook over de ketel in het gezicht voelen prikken of naast de reusachtige wielen de stoomleiding horen suizen. De foto’s laten je versmelten met de handeling.
Uit de fraaie foto’s die Le Danvic maakte van vooral de mensen die deze stoommachine in
beweging houden, spreken een liefdevol respect en aandacht. Niet alleen van hun vakmanschap, ook van het plezier dat ze zichtbaar beleven aan hun liefhebberij. Allemaal in de spoorwegoutfit van de jaren 10. Grijze slappe petten op, maar ook krulsnorren en volle grijze baarden spreken tot de verbeelding. Met toewijding en ook ontspannen aan het werk.
De foto’s van locomotief 231 K8 in het landschap, op bruggen, haar aandrijfstangen, kolenbunkering en de overvloedige rook en stoom zijn kleinoden van kunstzinnige fotografie van techniek, de machine zelf en in haar omgeving.
Een keer meesporen met La Vapeur, dit reusachtige fossiel uit vroeg 19e eeuwse industriële nijverheid, is natuurlijk het hoogtepunt om zo’n ijzeren reis te proeven. Maar een ruime, langdurige en herhaaldelijke blik in het boek geeft een bijna zelfde ervaring. Natuurlijk geen lijfelijke, wel een die een levendige verbeelding oproept.
Het is buitengewoon talentvol hoe Le Danvic dit heeft gedaan. Voordeel zal zijn geweest de tijd van 4 jaar die hij nam om La Vapeur in beeld te brengen. Plus zijn betrokkenheid, toewijding en actief aandeel aan het museumlijntje zullen ook hebben bijgedragen aan zulke fraaie, unieke foto’s.
Le Danvic kon geen mooier eerbetoon brengen aan de mannen van de stoommachine dan met zijn 60 foto’s, die nu al even legendarisch zijn als La Vapeur zelf.
Foto's van Daniel Le Danvic.