Kinderleven op drift tussen Boheems bijgeloof.
Nachtwerk. J?chym Topol. (vert. Edgar de Bruin; uitg. Ambo, 274 p.)
De Tsjechische schrijver Topol tekent op subtiele wijze in heldere taal de ontgoocheling in het leven van twee kinderen, nadat hun vader ze uit hun woonplaats Praag heeft overgebracht naar een boerendorp als de Russen in 1968 Tsjecho-Slowakije met geweld de ontluikende democratie de kop indrukken. De twee broers Ondra en de Kleine moeten zien te overleven in een vreemde gemeenschap vol bijgeloof , waar ook de volwassenen hun zekerheid en toekomst ontnomen zien door de naderende Russen. Onder Topol's verhaal van het dagelijkse, ruwe leven, komt mondjesmaat de werkelijkheid naar boven van de broers’s afkomst en hun onvermoede verwevenheid met andere bewoners van het dorp. Topol's boek is onderhuids en achter de ogenschijnlijk simpele stijl zo rijk aan verhalen, dat je aan het einde van het boek het gevoel hebt er misschien wel enkele gemist te hebben.
De onzekerheid van de kinderen, en de volwassenen die hen omringen, over de situatie waarin ze verkeren als de Russen het land zijn binnengerold, sijpelt door in bijna elke pagina van Nachtwerk. De volwassenen in de dorpsgemeenschap drinken zichzelf stevig moed in in het caf?. Daar wordt ook uit de dialogen en de gebeurtenissen duidelijk wie welke rol speelt in deze mini-samenleving.
Zo is daar Zuza, de dochter van de herbergier, die tracht te ontsnappen uit het dorpsleven, waar ze geen toekomst ziet, door in bed te kruipen met Polka, Ondra’s oom -hoewel Ondra en zijn broer de Kleine niet weten dat hij hun oom is- en zich over te geven aan Ondra zelf. Met als gevolg een ongewenste zwangerschap.
Polka is de grappenmaker van het dorp en de 'filosoof'. Hij vraagt zich af of hij in de werkelijkheid rondloopt of al in een leven na dit leven. Zijn latere heldenmoed spreekt vanaf het begin van het boek al uit zijn onversaagde gedrag tegen onder meer de twee stillen. Een jonge en een oudere in regenjas gehulde geheim agenten, die achter Ondra en de Kleine aanzitten om erachter te komen waar hun vader zit.
Ook Ondra vermeit zich regelmatig in fantasie?n over leven buiten deze aarde, alsof hij de zwaarte van zijn bestaan hier en dat van zijn jongere broer niet meer kan dragen. In het caf? zit ook Fr?da, de politieagent, die zijn machtsmisbruik later met zijn leven zal betalen.
Hartverscheurend ?n hartveroverend zijn de sc?nes van de verkleedpartijen van de broers’s moeder en de pogingen hun moeder van haar alcoholisme af te krijgen. Ze verdwijnt ondanks alle pogingen in een inrichting.
Lynxogen
Ondra mag zich aansluiten bij het geheime genootschap dat de jongens in het dorp hebben opgericht. Nadat de Russen zijn binnengevallen nemen de knapen vanuit een hinderlaag een groep marcherende 'pioniers' met katapulten onder vuur, waarbij enkele gewonden vallen. De samenzwerende, bij elkaar rondhangende, onbevangen pubers symboliseren in Topol's boek het spontane, maar zinloze verzet tegen de nieuwe machthebbers.
De gesprekken tussen de dorpsbewoners ?n de jeugd worden overheerst door verhalen vol bijgeloof over een mensen etende ex-SS'er in hun dorp en onzichtbare scherpschutters in het bos. Niemand durft het tegen deze Lynxogen op te nemen. Verhalen over kinderen die over water lopen, verdwenen meisjes en monsters tussen de bomen leiden de gemeenschap af van de werkelijkheid, maar jagen hen ook angst aan. Het is Topol's beeldspraak voor de onzekerheid in hun leven.
Noordpool
E?n van de mooiste sc?nes, die de twijfel over hun toekomst en machteloosheid verbeeldt, is de voorgenomen wraaktocht tegen zigeuners als deze een biggetje hebben gestolen. In dikke mist marcheren de dorpsbewoners, voorzien van een geweer, bijlen en zagen over een brug richting daders. Als er plots drie zwaarbewapende Russische soldaten uit de tegenovergestelde richting uit de mist opdoemen is het snel uit met de dapperheid.
Topol heeft met Nachtwerk onnavolgbaar recht gedaan aan de wankele gevoelens en ontgoocheling van mensen, vooral de kinderen, die als ontheemden in eigen land toch hun eigen leven willen blijven leiden, zelfstandig willen zijn, zelf de touwtjes in handen willen houden, maar machteloos staan tegenover wat hen overkomt. Topol toont de standvastigheid en de wil van de kinderen om door te gaan met het leven, te blijven zoeken naar die plek waar ze vinden wat ze zo missen zonder ouders , desnoods naar de Noordpool, laat Topol de Kleine zeggen.
Onvoorspelbare taal
Topol's schrijfstijl is uniek in zijn ogenschijnlijke eenvoud. Korte ongeremde zinnen en snel afwisselende handelingen met opvallend puntige dialogen soms vol obscene taal en verbaal tegen elkaar aanschoppende personages. Een aaneenrijging van alles, maar tegelijkertijd ook nauwelijks iets zeggende taal, alsof je naar een film zit te kijken waar zich alles buiten het beeld van de camera afspeelt en je zelf moet bedenken wat daar dan gebeurt. Of alsof je het springerige en veelal onvoorspelbare gedrag van kinderen bekijkt. Elke pagina herbergt dubbele bodems, bedoelingen achter de handelingen en onuitgesproken gebeurtenissen. Met een enkele zin weet de auteur een wereld van emoties, gedeelde geheimen of opeens tot dan toe verborgen verbanden te onthullen.
Topol heeft met Nachtwerk en zijn hartveroverende scheppingen Ondra en de Kleine, tegen de achtergrond van een grimmig decor, een groots boek geschreven over de desillusies van een kinderleven. In een klare stijl, die desondanks de volle aandacht van de lezer vraagt. Nachtwerk is als het kijken door een heldere ruit het donker in; langzaam wennen de pupillen aan het duister totdat ze steeds meer details waarnemen.
De onzekerheid van de kinderen, en de volwassenen die hen omringen, over de situatie waarin ze verkeren als de Russen het land zijn binnengerold, sijpelt door in bijna elke pagina van Nachtwerk. De volwassenen in de dorpsgemeenschap drinken zichzelf stevig moed in in het caf?. Daar wordt ook uit de dialogen en de gebeurtenissen duidelijk wie welke rol speelt in deze mini-samenleving.
Zo is daar Zuza, de dochter van de herbergier, die tracht te ontsnappen uit het dorpsleven, waar ze geen toekomst ziet, door in bed te kruipen met Polka, Ondra’s oom -hoewel Ondra en zijn broer de Kleine niet weten dat hij hun oom is- en zich over te geven aan Ondra zelf. Met als gevolg een ongewenste zwangerschap.
Polka is de grappenmaker van het dorp en de 'filosoof'. Hij vraagt zich af of hij in de werkelijkheid rondloopt of al in een leven na dit leven. Zijn latere heldenmoed spreekt vanaf het begin van het boek al uit zijn onversaagde gedrag tegen onder meer de twee stillen. Een jonge en een oudere in regenjas gehulde geheim agenten, die achter Ondra en de Kleine aanzitten om erachter te komen waar hun vader zit.
Ook Ondra vermeit zich regelmatig in fantasie?n over leven buiten deze aarde, alsof hij de zwaarte van zijn bestaan hier en dat van zijn jongere broer niet meer kan dragen. In het caf? zit ook Fr?da, de politieagent, die zijn machtsmisbruik later met zijn leven zal betalen.
Hartverscheurend ?n hartveroverend zijn de sc?nes van de verkleedpartijen van de broers’s moeder en de pogingen hun moeder van haar alcoholisme af te krijgen. Ze verdwijnt ondanks alle pogingen in een inrichting.
Lynxogen
Ondra mag zich aansluiten bij het geheime genootschap dat de jongens in het dorp hebben opgericht. Nadat de Russen zijn binnengevallen nemen de knapen vanuit een hinderlaag een groep marcherende 'pioniers' met katapulten onder vuur, waarbij enkele gewonden vallen. De samenzwerende, bij elkaar rondhangende, onbevangen pubers symboliseren in Topol's boek het spontane, maar zinloze verzet tegen de nieuwe machthebbers.
De gesprekken tussen de dorpsbewoners ?n de jeugd worden overheerst door verhalen vol bijgeloof over een mensen etende ex-SS'er in hun dorp en onzichtbare scherpschutters in het bos. Niemand durft het tegen deze Lynxogen op te nemen. Verhalen over kinderen die over water lopen, verdwenen meisjes en monsters tussen de bomen leiden de gemeenschap af van de werkelijkheid, maar jagen hen ook angst aan. Het is Topol's beeldspraak voor de onzekerheid in hun leven.
Noordpool
E?n van de mooiste sc?nes, die de twijfel over hun toekomst en machteloosheid verbeeldt, is de voorgenomen wraaktocht tegen zigeuners als deze een biggetje hebben gestolen. In dikke mist marcheren de dorpsbewoners, voorzien van een geweer, bijlen en zagen over een brug richting daders. Als er plots drie zwaarbewapende Russische soldaten uit de tegenovergestelde richting uit de mist opdoemen is het snel uit met de dapperheid.
Topol heeft met Nachtwerk onnavolgbaar recht gedaan aan de wankele gevoelens en ontgoocheling van mensen, vooral de kinderen, die als ontheemden in eigen land toch hun eigen leven willen blijven leiden, zelfstandig willen zijn, zelf de touwtjes in handen willen houden, maar machteloos staan tegenover wat hen overkomt. Topol toont de standvastigheid en de wil van de kinderen om door te gaan met het leven, te blijven zoeken naar die plek waar ze vinden wat ze zo missen zonder ouders , desnoods naar de Noordpool, laat Topol de Kleine zeggen.
Onvoorspelbare taal
Topol's schrijfstijl is uniek in zijn ogenschijnlijke eenvoud. Korte ongeremde zinnen en snel afwisselende handelingen met opvallend puntige dialogen soms vol obscene taal en verbaal tegen elkaar aanschoppende personages. Een aaneenrijging van alles, maar tegelijkertijd ook nauwelijks iets zeggende taal, alsof je naar een film zit te kijken waar zich alles buiten het beeld van de camera afspeelt en je zelf moet bedenken wat daar dan gebeurt. Of alsof je het springerige en veelal onvoorspelbare gedrag van kinderen bekijkt. Elke pagina herbergt dubbele bodems, bedoelingen achter de handelingen en onuitgesproken gebeurtenissen. Met een enkele zin weet de auteur een wereld van emoties, gedeelde geheimen of opeens tot dan toe verborgen verbanden te onthullen.
Topol heeft met Nachtwerk en zijn hartveroverende scheppingen Ondra en de Kleine, tegen de achtergrond van een grimmig decor, een groots boek geschreven over de desillusies van een kinderleven. In een klare stijl, die desondanks de volle aandacht van de lezer vraagt. Nachtwerk is als het kijken door een heldere ruit het donker in; langzaam wennen de pupillen aan het duister totdat ze steeds meer details waarnemen.
23 januari 2004